Neen tegen besparingsmaatregelen in onderwijs en jeugdopvang Asse

Tim De Bruyne
Gast

/ #44 Hoe besparen en het onderwijs in Asse vooruit helpen?

2014-06-24 20:23

Ik richt mij tot u als ouder en leerkracht, puttend uit mijn eigen ervaring op vlak van onderwijsvernieuwing. Ik kan dan ook enkel hopen dat u deze mail volledig wilt doornemen en wilt beschouwen als een uitgestoken hand om op een positieve manier het onderwijs in Asse vooruit te helpen, voor ouders, leerkrachten en leerlingen alsook om de gewenste besparingen te kunnen doorvoeren.

Ik baseer mijn redenering op verschillende wetenschappelijke onderzoeken (Mieke Goos, KULeuven ‚Zittenblijven rendeert niet’ / Itinera, ‚Besparingen in het onderwijs - 3 pijlers’).

Ik stel me de vraag hoe het gesteld is met het beleid rond zittenblijven op de scholen in Asse, zowel in het basis- als in het secundair onderwijs. Onderzoek van bovenvermelde Mieke Goos heeft aangetoond dat op het einde van het secundair onderwijs 35 à 40% van onze leerlingen een of meerdere jaren heeft gedubbeld. In het eerste leerjaar blijft gemiddeld 7% van de kinderen zitten. Dat is gemiddeld één à twee leerlingen per klas. Dit is een onthutsend cijfer. En er is nog meer. Van de kinderen uit een kansarm milieu blijkt 4 op de 10 een jaar te moeten overzitten. Zittenblijvers hebben tot 50% meer kans om te de middelbare school te verlaten zonder diploma. 70% van de kinderen kreeg zelfs ooit te horen dat ze zouden moeten blijven zitten als ze niet beter hun best doen. Ik kan u nog tal van argumenten opnoemen maar wil er u ook niet mee rond de oren slaan.

Leerkrachten en beleidsvoerders hebben nog steeds de valselijke indruk dat zittenblijven wel degelijk rendeert. Dit is gestoeld op de ervaringen op korte termijn. Het jaar dat er gedubbeld wordt blijkt de leerling veel beter te presteren. Logisch. Maar leerlingen die in het eerste leerjaar bissen blijken halverwege het tweede leerjaar hun voorsprong volledig kwijt te zijn. Ze voelen zich slechter tot in het zesde leerjaar en zijn niet populair bij hun klasgenoten. Het onderzoek toont tevens aan dat kinderen die toch kunnen doorgaan naar het volgend jaar uiteindelijk beter presteren dan de kinderen die toch moesten blijven zitten.

De alternatieven voor zittenblijven zijn legio. Zelf leerkracht zijnde hanteer ik deze alternatieven zelf en kan ik u moeiteloos overtuigen van het nut en de kracht van deze maatregelen. Ik ben dan ook steeds bereid dit verder toe te lichten, maar het is onbegonnen werk dit allemaal in deze mail uit te leggen.

Maar wat heeft mijn redenering te maken met de besparingen in het onderwijs in Asse? Veel, als u weet wat een leerling kost aan de overheid / gemeente. Een leerling in het basisonderwijs kost jaarlijks ongeveer 4700 euro. Een leerling in het secundair kost jaarlijks 8200 euro. Vermenigvuldigd met het aantal zittenblijvers komt dit op Vlaams niveau op een jaarlijkse kost van, gezamenlijk, grosso modo 230 miljoen euro. Laat ons dit simpelweg even delen door het aantal gemeenten in Vlaanderen, zijnde 308, en ik besef dat dit veel te kort door de bocht is, maar het toont de grootorde van de kost aan, dan komen we op een bedrag van 746.000 euro per jaar per gemeente. Nogmaals, kort door de bocht en een simpel rekensommetje. Het toont echter wel aan dat er veel kan bespaard worden door een efficiëntere aanpak in onze scholen. Daarenboven komt ook nog eens dat leerlingen die blijven zitten een jaar minder snel intreden op de arbeidsmarkt en dus pas een of meerdere jaren later gaan bijdragen via belastingen op arbeid.

Naast de focus op zittenblijven is het eveneens belangrijk stil te staan bij de leerlingen aan het andere eind van de curve, met name de leerlingen die meer aankunnen dan hen aangeboden wordt. Deze leerlingen zouden kunnen versnellen (een of meerdere leerjaren overslaan). De effecten hiervan zijn nog onvoldoende onderzocht, maar het biedt op korte termijn uitdaging voor kinderen die er net zo een enorme nood aan hebben. Het onderzoek van Itinera berekent de besparing hierdoor op 5 miljoen euro op Vlaams niveau, zonder rekening te houden met een versnelde intrede op de arbeidsmarkt.

Uit onderzoek van Itinera blijkt eveneens dat het aantal instructie-uren in het secundair onderwijs ver boven het Europees gemiddelde ligt (1,9 uren extra om exact te zijn). Daarnaast worden onze leerlingen dan nog eens opgezadeld met erg veel huiswerk. Aangetoond is dat er echter geen link is tussen instructie-uren en prestaties. Het beperken van de instructie-uren tot pakweg 25 creëert opnieuw ruimte om extra aandacht te besteden aan onze zorgleerlingen en zo zittenblijven aan de wortels aan te pakken. Zo heeft Finland (een voorbeeld op vlak van onderwijs) slechts 24, 7 instructie-uren en Denemarken slechts 22,9 instructie-uren.


Ik hoop met deze mail duidelijk te maken dat besparingen in het onderwijs niet noodzakelijk gepaard dienen te gaan met extra werkdruk voor de leerkrachten en extra kosten voor de ouders. Want laat ons eerlijk zijn, het verhogen van het toezichtsgeld en het vervroegen van het einduur van de schooldag is een verdoken gemeentebelasting. Ik ben er dan ook van overtuigd dat de maatregelen die ik hierboven beschreef, gecombineerd met ander onderzoek en alternatieven de gemeentebegroting ook op het juiste spoor kunnen krijgen en het onderwijs in Asse kan voorbereiden op de toekomst. Een toekomst die zal gemaakt worden door de leerlingen die nu op onze scholen zitten en die het beste onderwijs verdienen in de best mogelijke omstandigheden door de beste leerkrachten!