Eis het ontslag van Jozias van Aartsen


Gast

/ #8688 Islamofobie en de islamiseringsmythe in Europa

2015-02-28 18:42

Islamofobie en de islamiseringsmythe in Europa

01 februari 2015 | 20:20

Door: Roemer van Oordt

De toenemende politieke en maatschappelijke acceptatie van een respectloos anti-islam discours, vaak onder de noemer van religiekritiek of de selectief begrensde vrijheid van meningsuiting, is de opmaat voor een ultieme ‘wij-zij samenleving’. Daarin komen de rechten en de integriteit van een omvangrijke minderheidsgroep in Nederland en de rest van Europa steeds meer onder druk te staan. 
Sinds de aanslagen in Parijs neemt het aantal meldingen van islamofobie in heel Europa schrikbarend toe. Dat was in Nederland ook zo na 9/11 en de moord op Theo van Gogh. Het gaat echter niet om incidenten, maar om een structureel fenomeen. Een proces dat wordt gevoed door een giftige combinatie van, wat ik noem, de islamiseringsmythe met het consequent wegzetten van de islam als een gewelddadige, totalitaire en onveranderlijke politieke ideologie.

Islamofobie
De term islamofobie is omstreden. In een mooie column op Grenzeloos, waarin hij ingaat op de mythes rond de herkomst en op de betekenis van het begrip, slaat Alex de Jong in die discussie de spijker op z’n kop: ‘Wellicht zijn er gevallen dat in plaats van islamofobie beter andere termen gebruikt kunnen worden, zoals 'moslimhaat' of 'anti-moslim racisme'. Maar ongeacht daarvan, bestaat er gelukkig een groeiend besef dat in Europa mensen die als moslim aangemerkt worden onder specifieke vormen van discriminatie lijden. De discussie daarover moet niet ontspoord worden door pseudo-geschiedenis of semantische haarkloverij.’

Probleem is dat die specifieke vormen van discriminatie - anders dan bijvoorbeeld antisemitisme - in Nederland nog niet als zodanig worden geregistreerd. Daar wordt, vooral door druk van onderop, inmiddels wel flink werk van gemaakt. Ook het melden is een probleem. Ondanks het feit dat volgens onderzoek van het SCP in 2013 tussen de 65 en 75% van de Nederlandse moslims een discriminatie-ervaring rapporteerde, deed er maar een fractie daarvan aangifte. Brandstichting en bekladding van en intimidatie en bedreiging richting moskeeën wordt ook lang niet altijd (officieel) gemeld of aangegeven. Onderzoek van Ineke van der Valk laat zien dat  het niet meer gaat om incidenten, maar om een structureel fenomeen.

De recente hausse in islamofobe discriminatie, die zowel op straat als op internet werd aangewakkerd door de abjecte, massaal door moslims veroordeelde terreuraanslagen in Parijs, vraagt om formele meldingen bij de daartoe toegeruste instanties én om serieuze, correcte en zichtbare afhandeling ervan. Want meer inzicht in de omvang, inhoud en ernst van het probleem geeft essentiële handvatten voor effectieve bestrijding. 

Islamisering
Ook over de betekenis van de door de PVV gefrequenteerde en steeds meer in zwang geraakte term islamisering is geen eenduidigheid. Gaat het om bekeringen tot de islam? Om nieuwe vormen van vroomheid en identiteit onder moslims zelf? Om een toegenomen aanwezigheid van moslims in de publieke sfeer? Om een groeiende invloed van de islam in politiek en bestuur?

‘Bent u al eens gedwongen om een hoofddoek te dragen? Bent u al eens met het mes op de keel door de man met de baard gedwongen om in een moskee te gaan bidden? Leert uw kind al verplicht de taal van de Koran op school? Rammelen de strijders met baard en kromzwaard aan onze poorten?, vraagt Tineke Bennema zich in een scherpe blog cynisch af. 

Mij lijkt het in het discours van de islamofoben vooral te gaan om de consequent als onhanteerbare voorgestelde toename van het aantal immigranten uit moslimlanden en de daarmee samenhangende even imaginaire snel en massaal om ‘ons’ heen grijpende institutionalisering van de islam. Deze krachtige en breed verspreide beelden, vooral de nadruk op het onhanteerbare en ongrijpbare, maken van islamisering een sterke merknaam. Dat die beelden berusten op een hoop stemmingmakerij, dringt steeds minder door in de hoofden en harten van de gemiddelde Nederlander. Mensen gaan echt geloven in de griezelige sprookjes van De Graaf en Wilders (lees Bosman), met dank aan de tendentieuze immigratieberichten van staatssecretaris Teeven.

Toch nog maar eens een poging. Langlopend onderzoek van Flip van Dyke toont onomstotelijk aan dat de toename van het aantal moslims in Nederland sinds 9/11 te verwaarlozen valt. In de komende decennia zal naar verwachting hooguit sprake zijn van een beperkte stijging (tot maximaal 3.000 per jaar). Die stijging wordt weer voor een belangrijk deel teniet gedaan door een nagenoeg vlak migratiecijfer (immigratie versus emigratie). Ook de sterke daling in het geboortecijfer onder Nederlandse moslims heeft een dempende werking. Niks geen onhanteerbare tsunami dus. De door PVV-kamerlid de Graaf gepresenteerde dreiging van ‘het om zeep helpen van de Nederlandse eigenheid, identiteit en cultuur (wat die ook mag zijn; RvO) via immigratie en de baarmoeder’ is niet alleen in woordkeuze pervers, maar ook op drijfzand gebaseerd. 

Datzelfde geldt voor de institutionalisering van de islam. Vooropgesteld, het gaat hier om het recht om organisaties, scholen en gebedshuizen op te richten, allemaal vastgelegd in onze grondwet en uitgewerkt in de vrijheden van organisatie, godsdienst en onderwijs. De suggestie dat islamitische instituties overal ‘als paddenstoelen uit de grond schieten’ is bovendien een gotspe. Van de ontwikkeling van een islamitische ‘zuil’ is dan ook geen sprake. Zo is het aantal islamitische basisscholen al jaren op hetzelfde (beperkte) peil, de twee islamitische middelbare scholen zijn inmiddels ter zielen en er is ook nauwelijks sprake van een toename van het aantal moskeeën. Dat ligt al lange tijd tussen de 450 en 500. Veel van de zichtbare nieuwbouw komt als vervanging. De angst van de Graaf dat ‘Nederland volledig wordt geïslamiseerd doordat moslims op onze kosten Nederland met al die moskeeën tot hun eigen huis verbouwen’, is niet meer dan een theatraal gebrachte drogreden. 

Europese anti-islamcoalitie
Maar het gaat verder dan dat. Zelf pleit de PVV voor het sluiten van alle moskeeën en sympathisanten riepen onlangs in grote getalen (binnen no-time 6000 likes) via Facebook op de fik in islamitische gebedshuizen te steken. Ondanks dit soort demagogische uitspraken over en aanvallen op de islam, moslims en hun instituties die zo langzamerhand van onze democratische rechtstaat een farce maken, stijgt de populariteit van de PVV en zou volgens de laatste peilingen Geert Wilders premier van Nederland moeten worden. Eenzelfde trend zien we in heel Europa. Een soort pan-Europese anti-islamiseringscoalitie ziet het licht, zeker nu Duitsland met de coalitie tussen de volksbeweging Patriotische Europäer gegen die Islamisierung des Abendlandes (PEGIDA) en de politieke tak Alternatve Für Deutchland (AFD) ook om is.

Hoewel niet alle Europese vrienden van Wilders even expliciet en heftig islamofoob en xenofoob zijn als de PVV, delen ze wel een politieke agenda. Ze keren zich tegen de zittende elites en spelen in op behoeftes van ‘het volk’; kortom, populisten pur sang. Op sociaaleconomische terrein tonen ze dat door alle economische ellende expliciet toe te schrijven aan (de komst van) (moslim)immigranten. Sociaal-cultureel hameren ze regelmatig op de bedreiging die van de islam uit zou gaan op ‘onze’ joods-christelijke identiteit en tradities, door de religie van moslims consequent weg te zetten als een gewelddadige, totalitaire en onveranderlijke politieke ideologie. Hun successen en aanhang zijn vooral groot in kleine steden en economisch achtergestelde streken waar weinig moslims wonen. Tekenend voorbeeld: in Dresden, het bolwerk van PEGIDA, heeft slechts 0,4% van de bevolking een islamitische achtergrond. Bizar, er is geen moslim te bekennen, maar tienduizenden ‘patriotten’ protesteren wel tegen de islamisering van de samenleving. 

Doorbreken van het wij-zij denken
Deze politieke agenda geeft over en weer voedsel aan een wij-zij samenleving. ‘Zij’ horen er niet bij omdat ze ‘onze’ kernwaarden niet delen. Vroeger hadden we het in de discussie van nieuwkomers nog over integratie met behoud of op z’n minst erkenning van de eigen cultuur. Een proces dat uiteraard van twee kanten moest komen. Nu integratie is verworden tot sociaal-culturele assimilatie, en klassieke ijkpunten voor participatie zoals opleiding en werk op de achtergrond raken, voelen tweede en latere generatie hier geboren en getogen moslims zich steeds minder thuis. Het respectloze anti-islam discours, dat onder de noemer van religiekritiek of de selectief begrensde vrijheid van meningsuiting een steeds grotere vlucht neemt, draagt verder bij aan gevoelens van uitsluiting. 

Daar komt bij dat de islam momenteel wordt gekaapt door de groeiende invloed van een kleine groep gewelddadige extremisten; koren op de molen van islam-bashers. Dat moslims vooral zelf doelwit zijn van de terreur van IS en aanverwante bewegingen, en daardoor op z’n minst medeslachtoffer, horen we nauwelijks. Ook het regelmatig meten met twee maten van het westen in regionale (Midden-Oosten) conflicten krijgt weinig podium. Datzelfde lot treft initiatieven van moskeeën en andere eigen structuren om het giftige discours van IS en ronselaars te weerleggen. Wel leiden de afstotelijke gruweldaden in naam van de islam tot een verdere blindheid voor de diversiteit van deze religie en onder moslims in Europa. Samen zorgen die factoren ervoor dat het wij-zij denken steeds scherpere kantjes en onaangenamere trekjes krijgt.

Om die negatieve spiraal te doorbreken en processen en mechanismen van uitsluiting, discriminatie en vervreemding te counteren is meer nodig dan saamhorigheidsmomenten bij solidariteitsbijeenkomsten, hoe belangrijk ook. Het kabinet zou er in navolging van de Duitse premier Angela Merkel goed aan doen om zich openlijk te distantiëren van de islamiseringsmythe en onverkort afstand te nemen van iedere vorm van islamofobie. Nog mooier zou het zijn als Mark Rutte, van mijn part samen met Willem-Alexander, voor alle camera’s en microfoons die er beschikbaar zijn duidelijk maakt dat de islam en moslims integraal onderdeel uitmaken van onze samenleving.

Zo’n signaal zou moslims het broodnodige gevoel geven dat de overheid niet alleen oog heeft voor hun plichten en verantwoordelijkheden, maar ook staat voor hun rechten en integriteit. Dan kunnen we bijna met z’n allen een vuist maken tegen die kleine minderheid die écht gelooft in gewelddadig extremisme en haat, iedere vorm van discriminatie bestrijden en werken aan een gezamenlijke toekomst.