Geen handhaving nikaabverbod op de Radboud Universiteit
***English below***
Op 25 juli 2019 werd op het Radboudnet en in de nieuwsbrief een bericht geplaatst over de wet ‘Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding’, algemeen bekend als het ‘boerkaverbod’. In het nieuwsbericht stelt de Radboud Universiteit dat deze wet ook op onze universiteit geldt, dat medewerkers de dragers er op zullen wijzen dat zij in overtreding zijn en verzoeken om de gezichtsbedekking af te doen of het gebouw te verlaten en dat dragers een boete kunnen krijgen van de politie.
Verschillende koepelorganisaties van ziekenhuizen en vervoersbedrijven en overheidsfunctionarissen, zoals de burgemeesters van Amsterdam, Utrecht en Rotterdam, hebben al aangegeven dat deze wet hinderlijk en onuitvoerbaar is. Zij hebben daarom te kennen gegeven dat zij de wet niet zullen uitvoeren.
Wij menen dat de Radboud Universiteit ook die keuze kan maken. Volgens de ondergetekenden, gaat deze wet namelijk in tegen het gelijkheidsbeginsel, de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van religie. Bovendien druist de wet in tegen onze visie van een gezonde academische gemeenschap: Dat is er een die gekenmerkt wordt door haar diversiteit en door het brede scala van perspectieven dat er in vertegenwoordigd is.
Wij zijn van mening dat deze wet niet nodig is om de veiligheid van onze universiteit te waarborgen, zoals wordt beargumenteerd in de nieuwsbrief van 25 juli. Voor mensen die zich verdacht ophouden op de campus bestaan al adequate wetten. Ook menen wij dat deze wet niet nodig is om effectieve communicatie te bevorderen, zoals ook wordt beargumenteerd in de nieuwsbrief. Wij hebben namelijk nog nooit hinder ondervonden in onze communicatie met studenten, collega’s, of bezoekers die een nikaab dragen.
Om deze redenen betreuren wij het dat mensen die om religieuze redenen hun gezicht bedekken selectief worden benadeeld door deze wet. Het is onacceptabel dat de grondwettelijke rechten van deze groep hiermee geschonden worden en het is onacceptabel dat van ons als medewerkers van deze universiteit verwacht wordt dat wij hier aan deelnemen. Wij vragen daarom aan het College van Bestuur om haar beslissing over het naleven van deze wet te heroverwegen en open te stellen voor discussie.
Hoogachtend,
On July 25, 2019, a message was posted on the Radboudnet intranet and in the newsletter, about the Dutch law “Gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding” (Partial Prohibition on Face-Covering Clothing), also known as the ‘burqa-ban’.
In the article, Radboud University states that this law also applies to our university, that staff members will convey to those wearing face-covering clothing that they are violating the law, and will ask them to either remove their facial covering or leave the building, and that those wearing face-covering clothing can receive a fine from the police.
Several umbrella organizations of hospitals and transport companies, as well as government officials, such as the mayors of Amsterdam, Utrecht and Rotterdam, have stated that this law is ineffective and impractical to implement. Therefore, they have stressed both their aversion to the law and their disinterest in implementing the law.
We believe that Radboud University should make this same choice. According to the undersigned, this law goes against the principle of equality, freedom of speech and freedom of religion. In addition, the law contradicts our vision of a healthy academic community: one that is characterized by its diversity and the wide range of perspectives it encompasses.
We uphold the view that this law is unnecessary for guaranteeing the safety of our university, notwithstanding the claims made in the newsletter of July 25th. There are already adequate laws for responding to people who act suspiciously on our campus. Furthermore, in contrast to statements made in the newsletter, we believe that this law is unnecessary for effective communication. We have never experienced any inconvenience in our communication with students, colleagues or visitors wearing a niqab.
For these reasons, we are disappointed that people who cover their face for religious reasons are being uniquely disadvantaged by the law. It is unacceptable that the constitutional rights of this group are being violated and it is unacceptable that we, as staff members, are expected to play a role in this. Therefore, we ask the Executive Board to reconsider their decision regarding the implementation of this law and open up discussion on this topic.
Sincerely.
Moslimstudentenvereniging Nijmegen (MSV Nijmegen)
Changing Perspective
Markha Valenta, UD Amerikanistiek
Liedeke Plate, hoogleraar Cultuur en Inclusiviteit
Mathijs van de Sande, UD Politieke Filosofie
Hanneke Grootenboer, hoogleraar Kunstgeschiedenis
Kolar Aparna, promovendus Geografie
Mette Gieskes, UD Kunstgeschiedenis
Geertje Mak, UD Geschiedenis (RU) en Bijzonder hoogleraar Politieke geschiedenis van gender in Nederland (UvA)
Roel Meijer, UD Islamstudies
Mieke Verloo, hoogleraar Politicologie
Angela Wigger, UHD Politicologie
Veronica Vasterling, UHD Fundamentele filosofie
Thomas Eimer, UD Politicologie
Patricia Schor, postdoc Filosofie
Katrine Smiet, UD Filosofie
Emma van der Wateren, promovendus Sterrenkunde
Anya Topolski, UHD Filosofie
Maaike de Haardt, emeritus hoogleraar Religie en gender
Odin Dekkers, hoogleraar Engelse letterkunde en cultuur
Marieke van den Brink, hoogleraar Gender en Diversiteit.
Martijn de Koning, UD islamstudies
Martijn de Koning Neem contact op met de schrijver van de petitie
Mededeling van de beheerder van deze websiteWe hebben deze petitie gesloten en de persoonlijke gegevens van de ondertekenaars verwijderd.De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) van de Europese Unie vereist een rechtmatige reden voor het opslaan van persoonsgegevens en dat de gegevens voor een zo kort mogelijke periode worden opgeslagen. |