Ik doe aangifte tegen Geert Wilders

deze speech, het deel waar nogal wat commotie over was ontstaan, te bekijken. Op de beelden zag ik hoe Geert Wilders, in het bijzijn van zijn partijgenoten en een aantal leden van de pers, dus in het openbaar, zich mondeling en opzettelijk beledigend uitliet over een groep mensen wegens hun ras, dan wel godsdienst, dan wel levensovertuiging. Hij deed dit door de aanwezigen te vragen of zij meer of minder Marokkanen wilden. Toen de aanwezigen vol overtuiging scandeerden dat zij minder Marokkanen wensten, zag en hoorde ik Geert Wilders lachend antwoorden: “Dan gaan we dat regelen.†Op grond van artikel 137c van ons Wetboek van Strafrecht maakte Geert Wilders zich hierbij schuldig aan het beledigen van een bevolkingsgroep. Op grond van artikel 137d van ons Wetboek van Strafrecht maakt Geert Wilders zich direct schuldig aan het aanzetten tot haat en discriminatie van mensen wegens hun ras, dan wel godsdienst, dan wel levensovertuiging. Daar zijn manier van werken niets meer te maken heeft met zakelijke berichtgeving,