Eis het ontslag van Jozias van Aartsen


Gast

/ #8486

2014-09-12 13:21

Milton Mayer en de tijdmachine

 

Milton Mayer was een Amerikaans-joodse journalist die na de Tweede Wereldoorlog meer wilde weten over de motieven van “gewone” Duitsers die zich voor de oorlog achter het Naziregime hadden geschaard. Hiervoor reisde hij begin jaren vijftig naar een Duits provinciestadje, waar hij een jaar lang gesprekken voerde met tien (voormalige) Nazi’s. Deze gesprekken vormden de basis van zijn boek They Thought They Were Free: The Germans, 1933-45

In dit stuk laat ik Mayers “Nazi-vrienden” (zoals hij ze zelf noemt) voor wat ze zijn, en beperk ik me tot een gesprek dat hij had met één van zijn collega’s aan de universiteit van Frankfurt, waar hij tijdens zijn verblijf in Duitsland als gastdocent werkte.

Kleine stapjes

Mayers collega, een taalkundige, beschrijft zijn reactie op Hitlers dictatorschap, en de periode die daaraan voorafging (integraal hier te lezen, aanrader!). Hij vertelt hoe hij bleef wachten op een dramatische gebeurtenis die zo’n schok teweeg zou brengen, dat mensen massaal in opstand zouden komen. Het probleem was alleen dat die ene, grote schok nooit kwam.

Als de Naziboycot van Joodse bedrijven in 1933 direct gevolgd zou zijn door de grootschalige vergassing van Joden, had dit waarschijnlijk tot omvangrijke protesten geleid. In werkelijkheid werden beide gebeurtenissen gescheiden door een proces dat uit honderden kleine stapjes bestond. Elke afzonderlijke stap was hierbij steeds iets erger dan de vorige, maar niet genoeg om een grote schok te veroorzaken. Het resultaat: er gebeurde niets, totdat het te laat was.

Weersta het begin

Een steeds weer terugkerend thema in het boek is hoe het accepteren van (verhoudingsgewijs!) “lichte” uitingen van de Nazi-ideologie de weg bereidde naar de latere excessen. Zo schiep de stilzwijgende acceptatie van sociaal antisemitisme vóór het Hitlertijdperk de omstandigheden waarin de Joden later gestigmatiseerd en daarna vervolgd konden worden, zonder dat dit op noemenswaardig verzet stuitte.

Mayer haalt hierbij het Latijnse gezegde “Principiis obsta” (“weersta het begin”) aan, volgens dit essay een vast thema in Mayers overige werk. Mayer was ervan overtuigd dat mensen de morele verplichting hebben om een inschatting te maken van het meest waarschijnlijke effect van hun daden, waarbij een ongewenst resultaat in de toekomst voorkomen kan worden door het kwaad in een vroeg stadium in de kiem te smoren.

Tijdmachine

Zelf las ik Mayers boek voor het eerst in 2006, en een tijdje terug heb ik het weer eens herlezen. Hierbij kwam ik op het volgende gedachte-experiment. Stel, ik heb een tijdmachine, en ik reis daarmee terug naar het Nederland van, zeg, begin 2003. Daar krijg ik een groep van duizend mensen zo gek om met mij mee te reizen naar 2013. Laten we er vanuit gaan dat deze groep grofweg een dwarsdoorsnede vormt van de Nederlandse bevolking op dat moment.

Hier aangekomen, laat ik ze zien hoe in het parlement in alle ernst een debat wordt gevoerd over “het Marokkanenprobleem“; hoe de fractievoorzitter van de populairste politieke partij openlijk pleit voor “de aanpak van de grootste ziekte die ons land de afgelopen eeuw heeft gekend, de islam“; hoe volksvertegenwoordigers van dezelfde partij getooid met NSB symbolen in de Tweede Kamer verschijnen; hoe… nou, eigenlijk alles wat hier ook al staat.

Boevenbende

Hoe zouden die duizend tijdreizigers hierop reageren? Bedenk hierbij dat mijn tijdreizigers, in tegenstelling tot U en ik, niet het bijna tien jaar lange proces hebben doorlopen waarin racisme en vreemdelingenhaat steeds salonfähiger zijn geworden. Zij zijn niet via kranten, televisie en internet, stapje voor stapje, gewend geraakt aan de steeds luidere boodschap dat al onze problemen de schuld zijn van de Islam, van de Marokkanen, van de Oost-Europeanen.

Ze zijn ook niet blootgesteld aan een generatie politici die, uit angst om nog meer kiezers aan Wilders te verliezen, volop zijn meegegaan in de door diens partij gecreëerde frames, en aan een premier die een haatzaaiende, racistische boevenbende als de PVV glunderend een stoere club noemt.

Giftige draaikolk

Mijn inschatting is dat een groot deel van mijn tijdreizigers (en misschien wel een meerderheid) zich helemaal het apelazarus zou schrikken, en hevig geschokt zou zijn over de manier waarop politici, media en bevolking zich massaal hebben laten meevoeren in een giftige draaikolk van haat, angst en kwaadaardige domheid. Een proces dat, goedbeschouwd, nogal wat overeenkomsten vertoont met het relaas van Milton Mayers Duitse collega.

Na die vorige zin zal een aantal lezers misschien de onbedwingbare aandrang hebben om mij keihard “Godwin!” toe te roepen. Zal ik dan maar meteen iets over zeggen, zijn we daar gelijk vanaf. Natuurlijk suggereer ik hier geen directe analogie tussen het huidige Nederland en Nazi-Duitsland.

Hedendaagse islamofobie

Maar het onderliggende proces is wel degelijk hetzelfde als wat Mayer beschrijft: mensen die veranderingen die ze ineens niet zouden accepteren, uitgesmeerd over langere tijd, via kleine stapjes, volkomen normaal gaan vinden. Dat bijvoorbeeld hedendaagse islamofobie nogal wat overeenkomsten vertoont met het vooroorlogs antisemitisme, staat daar op zich los van.

Voor politici, journalisten en opiniemakers zou het wel een reden kunnen zijn om eens na te denken over wat zij aan zullen treffen wanneer ze in mijn fictieve tijdmachine naar 2023 afreizen, en over hun eigen bijdrage aan het resultaat. Of anders op zijn minst dat boek van Mayer eens te lezen.