Angst verkoopt
28 december 2014 | 11:06
De inmiddels omstreden journalist Perdiep Ramesar schreef stukken over subculturen die 'anders' zijn en als bedreigend voor de mainstream leefwereld of leefcultuur worden ervaren. Dergelijke stukken gaan er in als zoete koek. Angst verkoopt, of het angstbeeld nu op feiten is gebaseerd of niet.
Drie jaar geleden concludeerden 75 wetenschappers dat "integratie het meest overschatte probleem in onze samenleving is": de verschillen tussen 'autochtone' en 'allochtone' Nederlanders worden namelijk steeds kleiner.
Toch wordt dat door brede lagen in de bevolking niet zo ervaren. Zo bleek uit een recente opiniepeiling van Maurice de Hond dat meer dan de helft van de Nederlanders de integratie volledig of in grote mate mislukt vindt. Vooral PVV en VVD-stemmers vinden dat.
Het doet denken aan het grote parlementaire onderzoek van de Commissie Blok naar de integratie aan het begin van deze eeuw. Toen de Commissie concludeerde dat de integratie grotendeels geslaagd was (ondanks de overheid), namen de VVD en het CDA direct afstand van deze conclusies. Waar sommigen liever roepen dat het glas half vol is, zal het in de beleving van anderen half leeg blijven.
Het is net als met criminaliteit: hoewel de criminaliteitscijfers al jaren dalen, neemt het gevoel van onveiligheid niet af. Veel Nederlanders geloven gewoon niet dat het veiliger wordt. We laten onze angstgevoelens blijkbaar graag voeden en steunen massaal en kritiekloos iedere maatregel die meer veiligheid belooft, maar die meestal vooral onze privacy doet verminderen.
Beveiligingsbedrijven en verzekeraars varen er wel bij. Geen volk ter wereld schijnt zoveel geld aan verzekeringen uit te geven als de Nederlanders. Het liefst zijn we niet alleen verzekerd tegen reële, maar ook tegen denkbeeldige gevaren.
Bedreigde leefcultuur
Het gevoel van onveiligheid en de overtuiging dat het niet goed gaat met de integratie vertonen overigens ook enig verband. Niet alleen omdat er sprake is van een oververtegenwoordiging van vooral Marokkaanse Nederlanders in de criminaliteit (al valt daar nog wel wat op af te dingen). Veel Nederlanders zijn ook bang voor alles dat onze leefwereld zou kunnen bedreigen. En dat zijn in onze perceptie de laatste decennia steeds sterker immigranten en hun (klein)kinderen geworden en/of de islamitische Nederlanders.
Dat komt ook omdat het integratiedebat de laatste jaren sterk geculturaliseerd of geislamiseerd is. Het debat gaat nog maar zelden over de participatie van nieuwkomers op de arbeidsmarkt of in het onderwijs, maar veel vaker over de vraag in hoeverre hun cultuur of religie een probleem vormt. Het leidt geregeld tot de vreemde paradox dat immigranten en hun (klein)kinderen worden aangesproken op de (vermeende) eigenschappen van het collectief waartoe hij of zij zouden behoren door mensen die zich gelijktijdig beroepen op de superioriteit van een sterk geindividualiseerde samenleving.
De shariadriehoek van Perdiep Ramesar
De 126 artikelen die Trouw heeft verwijderd van journalist Perdiep Ramesar gingen bijna allemaal over die rafelranden van de samenleving waar andere journalisten (blandk, middelbaar, hoog opgeleid) zelden mee in aanraking komen. Ze gingen over de hierboven genoemde subculturen die ‘anders’ zijn en als bedreigend voor 'onze' leefwereld of leefcultuur worden ervaren. En geregeld ging het dan over moslims en de islam.
Een mooi voorbeeld hiervan was Ramesars bekendste artikel over de vermeende ‘shariadriehoek’ in Den Haag. Er zou daar sprake zijn van een klein kalifaat waar een orthodoxe minderheid haar wil oplegde aan de meerderheid.
Hoe bedreigend wil je het hebben?
Waarschijnlijk omschreef Ramesar in zijn artikel best een paar reel bestaande problemen, maar vooral dankzij de hysterische overdrijving werd het gretig geconsumeerd en verspreid. Het voedde een sluimerende ‘moral panic’, appelleerde aan een breed ervaren angst en leidde op sociale media tot reacties waarvan de ondertoon was: ‘Zie je wel, die moslims zijn gevaarlijk’.
Bang voor de moslims
We zijn namelijk bang voor de moslims. Dat blijkt steeds weer, zoals onlangs uit een steekproef die in opdracht van de EO is uitgevoerd: Twee op de drie Nederlanders voelt zich bedreigd door de ontwikkleingen in het Midden-Oosten en één op de vijf Nederlanders voelt zich persoonlijk bedreigd door de islam.
Deze angst komt in de allereerste plaats omdat er genoeg extremistische of intolerante moslims zijn die deze angst blijven voeden en de islam bij veel niet-gelovige moslims een allesbehalve vredig imago hebben gegeven.
Maar, de angst voor de islam wordt ook versterkt doordat de berichtgeving over de islam vooral gerelateerd is aan radicalisme en radicale of intolerante moslims door media te vaak worden gepresenteerd als representatief voor de gehele groep. In de strijd om lezers, kijkers, bezoekers en advertentie-inkomsten, tonen diverse media vaak meer interesse in effectbejag en amusement dan in feitelijke en genuanceerde informatie. Door commerciële belangen komt waarheidsvinding in het gedrang. Een radicale moslim is dan al snel veel interessanter dan een doorsnee moslim en een ongenuanceerde 'islamkenner' levert hogere kijkcijfers op dan een genuanceerde collega.
Angst verkoopt en dat geldt ook voor de angst voor de islam, zoals bijvoorbeeld Mohamed Aissati in 2010 betoogde. Nieuws over moslims scoort altijd schreef ik zelf in 2012. Daarom verschijnen er op sites als GeenStijl, Powned en Jalta.nl soms meer artikelen over de islam dan in de moslimkrant. En ook in de politiek is de angst voor de islam lucratief: de grootste partij in de peilingen is een partij die de strijd tegen de islam als belangrijkste agendapunt heeft.
Ramesars artikelen passen in traditie
Perdiep Ramesar, die overigens in 2010 al op leugens werd betrapt door het weblog Krapuul, heeft verschillende journalistieke regels met voeten getreden. Terecht dat hij daarom nu op de blaren moet zitten. Hij is een veelpleger en de mate waarin hij verzonnen bronnen opvoerde is waarschijnlijk uniek. Toch passen zijn artikelen in een lange reeks van producten van tal van media die een loopje met de waarheid namen om maar te kunnen scoren.
Op Republiek Allochtonie en voorheen het Allochtonenweblog deden we en doen we daar geregeld verslag van. Dan ging het niet alleen over de islam, maar ook vaak specifiek over Marokkaanse Nederlanders. Een top 16 (in willekeurige volgorde) van sensationele ('griezel')verhalen die niet (helemaal) bleken te kloppen:
- een vermeende 'tasjesdievenopleiding in Gouda',
- de terreuraanslag op de Ikea in Amsterdam,
- een vrouw die liegt over Marokkaanse rovers
- Marokkanen die ten onrechte de schuld krijgen van een ongeval,
- Spitsnieuws die suggestieve foto's plaatst
- een moslimwijk die in schock zou zijn door een seksstudio,
- christenasielzoekers die bedreigd zouden worden door moslims,
- nogmaals het plaatsen van suggestieve foto's bij berichten,
- een oorlogsverslaggever die de situatie in Helmond vergelijkt met Syrie,
- toename van criminaliteit tijdens de ramadan - ramadantuig
- een man in Bussum die mishandeling door Marokkanen verzint
- de (vermeende?) mishandeling van een zwangere vrouw door Marokkanen,
- halalwoningen in Amsterdam,
- in naam van Allah winnen we van de christenen (of niet?),
- een nieuwe vermeende mishandeling door Marokkanen
- een subsidie die misbruikt zou worden om agenten te pesten
Er bestaat blijkbaar zo'n grote behoefte aan dergelijke artikelen dat de berichtgeving al snel hyperig wordt en het checken van feiten wel eens vergeten wordt. Kijk voor meer hier.
Interessant is de vraag waarom de behoefte aan dergelijke artikelen zo groot is. Omdat ze beelden en angsten die veel Nederlanders hebben (en soms ook met gegronde redenen) bevestigen?
Henk Blanken, voormalig onderzoeksjournalist en hoofdredacteur van Dagblad van het Noorden schreef eens dat de burger behoefte heeft aan angst en dat media de neiging hebben die behoefte te exploiteren.
Waneer dat klopt, dan dreigt een negatieve, zichzelf versterkende spiraal waarin journalisten steeds vaker angstverhalen brengen die bestaande angsten vooral vergroten. Dat verkoopt misschien goed, maar geeft geen betrouwbaar beeld van de werkelijkheid, zeker wanneer de feiten niet gecheckt worden.
We moeten het dus hebben van de journalisten die hun werk wel serieus nemen, die voldoende ruggegraat tonen en die hun bronnen en feiten blijven checken.