Zeg nee tegen azc Brunssum

Stop de opmars van EXTREEM RECHTS

/ #1549

2015-11-18 13:00

“JE WILT DAT HUN MINDSET WORDT VERANDERD”

Gesprek met Bright Richards over 'Het uiterste middel - Vreemdelingen in bewaring'

Bright Richards richtte met Margriet Stuurman in 2004 de stichting New Dutch Connections op, waarmee hij met drama en trainingen (ex-)asielzoekers inspireert en motiveert om de regie over hun toekomst (weer) in eigen handen te nemen. Onlangs richtte Richards met zijn stichting de ToekomstAcademie op. Richards zelf ontvluchtte de oorlog in Liberia en kwam in 1991 in Nederland. “Ik stapte in bij de KLM, maar omdat ik geen papieren had, mocht ik niet verder reizen. Ik moest in Nederland blijven en ik ben er nog steeds. Nu ben ik hier op mijn plek.”

Wat is je eerste reactie na het zien van de documentaire?
“Als buitenstaander heb je een bepaald beeld van de vreemdelingenbewaring. Je verwacht door de verhalen die je hoort dat het een hard regime is. Wat ik heb gezien, is dat de bewaarders zo humaan mogelijk omgaan met gevangenen. Maar hoe dan ook, alle mensen die in bewaring zitten, die willen daar niet zijn. Ze zitten daar vanwege omstandigheden. Het is pijnlijk en triest om zo’n man als Kwame te zien, die in en uit detentie gaat. Ik zou willen dat hij perspectief heeft en dat hij gaat nadenken waar het voor hem de juiste plek is om te zijn.”

Wat vind je van het vreemdelingendetentiebeleid?
“Ik heb veel te maken met mensen die in de gevangenis belanden en ik ken veel mensen die uitgezet zijn. Het is triest en jammer dat het zo ver moet komen. Niemand kiest ervoor om in de gevangenis te worden gezet. Als je iets hebt gedaan, is het aanvaardbaar. Maar het is lastig om te begrijpen, dat je gevangen wordt gezet omdat je uitgeprocedeerd bent. Het is al hard genoeg om uitgeprocedeerd te zijn en hier te leven.”

Wat zou je willen veranderen?
“De mensen verliezen hun waardigheid, omdat ze eigenlijk niet in Nederland mogen zijn. Het trieste van de situatie is dat pas als ze moeten worden uitgezet, wordt gevraagd wat ze willen. Dat is net alsof je vraagt; wat wil je morgen eten? Mijn pleidooi is dat er vanaf het begin wordt gevraagd wat ze willen om verder te gaan met hun leven. Het moet vanaf het begin van de procedure helder zijn dat ze voor zichzelf moeten zorgen, en dat ze nadenken over hoe ze dat gaan aanpakken. Of het nu in Nederland is of elders. Hoe ga ik mijn leven aanpakken? Wat ga ik nu doen? Deze vragen in detentie stellen, is veel te laat.

Het is belangrijk dat, ook als mensen uitgeprocedeerd zijn, ze perspectief blijven houden en dat ze zelf keuzes kunnen maken. Waar ben ik nu in het leven? Ik weet niet of vreemdelingendetentie het juiste middel is om mensen het land uit te zetten. Mijn idee is dat je moet kijken naar betere oplossingen. De gevangenis is normaal gesproken een middel om te zorgen dat mensen tot inzicht komen, tot een ander gedrag. Dat is van oudsher wat een gevangenis is. Daarom vindt er ook resocialisatie plaats in de gevangenis, omdat ze niet willen dat men terugkomt in de gevangenis. Bij uitgeprocedeerden zijn het echter vaak draaideurgevangenisbezoekers. Ik denk dat ze denken dat ze geen andere keuze hebben, maar ze hebben wel een keuze. Ze moeten hun persoonlijke waarden weer gaan erkennen. Alleen denk ik dat dat besef niet doordringt als je in vreemdelingenbewaring zit. Als ik de keuze had, zou ik morgen de gevangenis veranderen in een universiteit, zodat ze kunnen leren over de toekomst.”

Wat doen jullie precies met jullie stichting New Dutch Connections?
“Bij jongeren die uitgeprocedeerd zijn, moet hun toekomst centraal staan en niet het gegeven dat ze uitgeprocedeerd zijn. Wie zijn ze? Wat willen ze, wat kunnen ze en wat hebben ze nodig? We kijken samen naar waar ze goed in zijn en waarmee ze hun boterham verdienen. Met trainingen maken we ze bewust van de realiteit die ze in hun land van herkomst gaan ontmoeten en hoe daarmee om te gaan.

Wat ik ook doe is dat we uitgeprocedeerden en andere asielzoekers koppelen aan coaches; mensen van universiteiten en uit het bedrijfsleven. Het is belangrijk dat ze ‘gewone’ Nederlanders ontmoeten en niet enkel de mensen van bewaring en het asielzoekerscentrum. Die mensen kijken naar hun talenten. Dan dringt het ook door dat ze iets met hun leven moeten doen en dat ze weer een toekomst moeten hebben. Het is belangrijk dat ze zien dat het leven doorgaat. Ik kan niet de overheid veranderen, maar ik kan wel de jongeren beïnvloeden. Dat vind ik belangrijk. Ik wil de jongeren leren dat ze waardevol kunnen zijn, voor zichzelf, voor familie, voor dit land of voor het land van herkomst.

Mijn taak is om de asielzoekers snel te helpen, zodat ze bij wijze van spreken over vijf jaar een huis kunnen kopen en dat ze zich ‘gewoon’ zorgen gaan maken over hun hypotheek. En we moeten uitzoeken hoe we als New Dutch Connections ervoor kunnen zorgen dat vreemdelingen de regie weer over hun leven krijgen.”

Wat is je droom voor de toekomst?
“We zijn nu bezig met de ToekomstAcademie, die gericht is op de toekomstige carrières van (ex-)asielzoekers en vluchtelingenjongeren. Mijn droom is dat, naast Utrecht, alle provincies een ToekomstAcademie hebben en dat de jongeren in plaats van naar de gevangenis naar de academie gaan en er minder tijd verloren gaat. In de gevangenis leren ze niet de goede dingen. Het kost alleen maar geld, dat ‘uiterste middel’ om ze het land uit te krijgen. Ze moeten juist aan zichzelf werken en een toekomst creëren.”

Hoe kwam je bij de ToekomstAcademie?
“Ik merkte dat heel veel jongeren, die op hun 18de op straat en in de illegaliteit belanden, hun tijd verdoen. Op een gegeven moment zit niemand meer op ze te wachten, omdat ze de hele tijd hebben ‘stil gezeten’. In het land van herkomst en hier gaan de ontwikkelingen door, maar zij staan stil. Ze kunnen niet terug, omdat ze niet mee zijn ontwikkeld en daardoor weinig tot niets kunnen betekenen.

De trainingen zijn erop gericht dat ze zich weer betekenisvol voelen. Detentie en de dreiging van uitzetting zorgt bij de jongeren voor een deuk in hun zelfvertrouwen. Ze gaan ook twijfelen aan hun talent. Het is te vergelijken met wanneer mensen worden ontslagen. Je verliest in een bepaalde mate je identiteit en dat hebben asielzoekers ook. Samen gaan we op zoek naar een nieuwe identiteit. Met de dramaproducties die we maken, laten we zien in wat voor moeilijke positie ze zitten, maar dat ze daarvan juist moeten proberen de kracht ervan te gebruiken.”

 

Bron