Pensioenpetitie

Henk

/ #534

2016-02-13 19:13

Pensioen is een arbeidsvoorwaarde dat door de werkgever met de werknemer bij aanvang van de dienstbetrekking wordt afgesproken. Hier heeft de overheid niets over te zeggen.

Alle ingelegde premies van zowel de werkgever als de werknemer komen dus in zijn geheel toe aan de deelnemer in het pensioenfonds (stichting) en kan dus niemand anders hier aanspraak op maken.

De AOW is een omslagstelsel en iedere nederlander heeft hier recht en de hoogte is afhankelijk van het aantal jaren dat men in nederland heeft gewoond.

Onlangs las ik in het dagblad "De Limburger"het volgende:

We hebben helemaal geen pensioenprobleem. Jaarlijks krijgen pensioenfondsen in Nederland nog steeds tientallen miljoenen meer binnen dan ze moeten uitkeren. Die enorme berg pensioengeld die er nu is, krijgen we nooit meer op. Ze zijn het niet overal over eens, Frans van Groeningen (1938) en Huub Esten (1940), maar in grote lijnen denken ze hetzelfde. Onze pensioenen zijn niet naar de knoppen. We krijgen het geld nooit meer op. „Zolang we geen gekke dingen doen”, voegt Van Groeningen daaraan toe.  Ze noemen zich allebei een vooroorlogs product. Frans van Groeningen is van 1938 en Huub Esten werd nipt voor de start van de oorlog geboren. Beiden hebben ze jaren met cijfers gewerkt. Van Groeningen was zelfstandige. „Ik heb jarenlang adviezen gegeven op het gebied van verzekeringen en hypotheken.”  Esten heeft gewerkt voor het Burgerlijk Armbestuur Maastricht (nu Envida) en was secretaris van de beleggingscommissie van de Elisabeth Strouven stichting. Hij is al jaren lid van de Abva/Kabo en nu van de FNV.  Nu denk ik dat bewust een misvatting is gecreëerd. Mijn doel is het bestrijden van die misvatting Esten: „Ik heb heel veel jaarrekeningen opgesteld. Toen ik in 2008 voor het eerst hoorde dat er problemen waren met de pensioenen, stond ik perplex. Dat moest een misvatting zijn. Nu denk ik dat bewust een misvatting is gecreëerd. Mijn doel is het bestrijden van die misvatting.”  Van Groeningen: „Eens. Het grote probleem is de dekkingsgraad van een pensioenfonds. Hoe wordt die berekend? Dekkingsgraad wordt bepaald door de de bezittingen van de fondsen te delen door de verplichtingen. Hoeveel de pensioenfondsen bezitten, kun je elk jaar uitrekenen. En dat gebeurt ook. Maar die verplichtingen, het geld dat de fondsen in de toekomst moeten uitbetalen, hoe bereken je die?”  Esten: „Dat is essentieel. Van de politiek moeten pensioenfondsen voor de verwachte groei van hun vermogen rekenen met actuele rentepercentages van 1,6 procent en soms nog minder. Maar dat is helemaal niet reëel. In de afgelopen twintig jaar hebben de pensioenfondsen gemiddeld 7 procent rendement per jaar gehaald. Dus ook in de crisisjaren! Dat blijkt uit cijfers van De Nederlandsche Bank. Het pensioenfonds voor de zorg, het PfZW, heeft vanaf 1972 een rendement gehaald van 8,4 procent. Dat is fantastisch. Als pensioenfondsen zouden mogen rekenen met hun langjarig rendement, dan waren er helemaal geen pensioenproblemen. Dan werden jaarlijks alle pensioenen gewoon aangepast aan de inflatie en zou er ook geen tegenstelling zijn tussen jong en oud.”  Zelfs als werkenden geen premie meer zouden betalen, kunnen we alle pensioenen blijven indexeren en dan houden we nog geld over Van Groeningen: „Weet u hoeveel geld in de pensioenfondsen zit? Rond de 1.250 miljard euro. Jaarlijks wordt dus 7 procent rendement gemaakt. Dat is 87,5 miljard. Aan gepensioneerden wordt jaarlijks nog geen 30 miljard uitbetaald. Dat betekent dat er elk jaar 57,5 miljard bij de pot komt. En dan hebben we het nog niet gehad over de inleg van de werkenden van 33 miljard. Zelfs als werkenden geen premie meer zouden betalen, kunnen we alle pensioenen blijven indexeren en dan houden we nog geld over.”  Esten: „Wanneer je veel voorzichtiger bent en uitgaat van een gemiddeld rendement van 4 procent bij een pensioenfonds, dan heb je nóg geen probleem. Ik heb eens wat sommetjes gemaakt. Stel je stort jaarlijks 1000 euro in je pensioenfonds. Bij een rente van 1,6 procent heb je dan na 40 jaar 64.000 euro opgebouwd. Maar bij 4,2 procent rendement is dat 150.000 en bij het reële rendement van 7,5 procent 407.000 euro! De 1,6 procent rekenrente die de staat ons opdringt, is dus onzin. De vraag is wie daar achter zit. Ik denk de verzekeringslobby, met steun van de VVD. Die willen de pensioenfondsen privatiseren en overnemen.”  Fondsen zijn het beste systeem voor pensioenen Van Groeningen: „Dat mag nooit gebeuren. Ik heb jarenlang gewerkt voor verzekeraars.  Fondsen zijn het beste systeem voor pensioenen. Fondsen steken winsten terug in het fonds, verzekeraars steken winsten in hun eigen zak. Ik denk dat de overheid er een belang bij heeft rekenrente zo laag te houden. Je moet het zo zien: over de afgedragen pensioenpremies is geen belasting betaald. Dat gebeurt pas wanneer je een pensioenuitkering krijgt. Dat betekent dat grofweg een derde van die 1.250 miljard straks in de vorm van belasting naar de staatskas gaat: 375 miljard euro. Dat is bijna net zo veel als de gehele Nederlandse staatsschuld. Over die 375 miljard euro krijgt de staat ook nog een jaarlijks rendement van 7 procent terwijl de overheid zelf gratis geld kan lenen. Pensioenfondsen zijn prachtige spaarpotten voor de overheid. Die verborgen belastingreserves komen vrij als mensen met pensioen gaan.”  Esten: „De werkgevers hebben er belang bij om de zaken negatief voor te stellen. Onder druk van de negatieve verhalen over pensioenen kunnen de werkgevers allerlei zaken afschaffen. Eerst verdween de eindloonregeling, daarna werd het nabestaandenpensioen verslechterd, de bijstortingsverplichting voor de werkgever werd afgeschaft en tegenwoordig kunnen mensen pas met 67 met pensioen. En nu willen ze de pensioenen individueel maken. Allemaal verslechteringen.”  Wie heeft er belang bij dat we rekenen met die absurd lage rente? Van Groeningen: „Een kleine correctie: werkgevers moeten ook fors meebetalen aan de stijgende premies. Het kost hen extra geld. Doordat werkgevers en werknemers hogere pensioenlasten hebben, kunnen ze dat geld niet uitgeven in de economie. Dat is weer in strijd met het overheidsbeleid dat wil dat mensen weer gaan consumeren zodat de economie aantrekt.”  Esten: „Blijft de vraag over: waarom? Wie heeft er belang bij dat we rekenen met die absurd lage rente?”  Van Groeningen: „En waarom laten de pensioenfondsen niets van zich horen? Zij weten toch ook dat de lage rekenrente absurd is. Wie heeft er belang bij dat iedereen monddood gemaakt wordt? Wat is de geheime agenda? Dat is en blijft de vraag. Misschien laat de overheid de kas van de fondsen groeien omdat de staat straks onvoldoende geld heeft om het staatspensioen, de AOW te betalen. Dan gaan ze mensen met een aanvullend pensioen minder AOW geven.”  Esten: „Pensioenfondsen hebben de publiciteitsslag verloren van de overheid. In peilingen scoren pensioenfondsen qua vertrouwen nog lager dan banken en verzekeraars.Sommige banken en verzekeraars zijn gered door de overheid. Maar pensioenfondsen hebben nooit een cent staatssteun gehad. Pensioenfondsen zijn ook bang om iets te zeggen, omdat ze streng in de gaten gehouden worden door De Nederlandsche Bank. Ze zijn doodsbang voor de DNB.”  Van Groeningen: „In de media worden fondsen afgeschilderd als graaiers. Er heerst zo’n negativiteit. Veel mensen geloven dat er geen geld meer is als ze 65 zijn. Daarom willen mensen hun geld zelf beheren, maar dat is het stomste dat je kunt doen. Het is bewezen dat collectief sparen voor je pensioen de beste rendementen oplevert. Mensen moeten eens kijken wat voor een geweldig systeem we hebben. We hebben het op één na beste pensioensysteem van de wereld en ik durf ook wel te zeggen dat we eerste zijn. Pensioenfondsen moeten op een troon gezet worden. Ze zijn een zegen voor de Nederlandse economie.”  Esten: „En helaas concludeer ik dat het grootste gevaar voor de pensioenen de overheid is. Die komt steeds met slechte oplossingen voor problemen die er niet zijn.” 

DUS, DE OVERHEID IS HET GROOTSTE GEVAAR VOOR DE PENSIOENEN EN BLIJF MET DE HANDEN VAN ONZE PENSIOENEN AF.