Verdubbeling inschrijvingsgeld DKO: Nee! Brief aan Minister Smet

Onderstaande trivia-lijst kan misschien een en ander verklaren. Allemaal uitspraken van topverantwoordelijken voor het DKO:

1980 “Ik ben bevoegd voor het kunstonderwijs, dat dank zij ons gefederaliseerd is. Daarmee zijn wij een voortrekker van al het andere onderwijs” J.L.
1987 “Wat ben ik blij dat we eindelijk onderwijs zijn. Eindelijk zal het DKO echte leerplannen krijgen” A.I.
1988 “De graad van uitmuntendheid wordt afgeschaft omdat er bij jullie niets uitmuntends is” S.P.
1989 “Het secundair muziekonderwijs met beperkt leerplan werkt nu al 27 jaar volgens dezelfde wetgeving. Hoog tijd dus voor een grondige hervorming“ D.C.
1990 “Het DKO heeft eindelijk zijn decreet. De muziekopleiding kan aangevat worden vanaf 6 jaar en afgesloten met een specialisatiegraad. Maar omdat jullie zo geprotesteerd hebben, hebben we geen geld meer om daarvoor uitvoeringsbesluiten te maken” S.P.
1991 “Hoeveel uren per week moet je eigenlijk volgen in het Deeltijds kunstonderwijs? 12? Oei, zo weinig, dat kan toch niet . Slechts vier leerlingen per uur in de hogere graad muziek is een duidelijke verkwisting van overheidsgelden “ K.M.
1992 “In A. is de toestand wel helemaal hallucinant! Daar zijn wel zeven verschillende DKO-scholen die net hetzelfde aanbieden! “ L.V.
1993 “Ik ben akkoord om meer middelen te voorzien voor het deeltijds kunstonderwijs, maar dan alleen na een GRONDIGE HERVORMING !!! L.V.
1994 “Het DKO heeft nog geen echte eindtermen” K.M.
2000 “Normaal hadden wij geld voorzien voor de concordantie van de diploma’s. Maar nu jullie de vakbonden erbij gehaald hebben, kan dat natuurlijk niet meer. “ M.V.
2001 “Wij zijn voor het legislatief principe, alles moet afgeleid zijn van wetgeving, niet van omzendbrieven” A.D.
2002 “Met de omzendbrieven van dit jaar hebben we veel problemen kunnen oplossen zonder dat het geld kostte” A.D.
2003 “De financiering van het DKO is bijzonder onduidelijk. Onderwijs is wat onder het departement onderwijs valt: educatie valt onder het departement Cultuur” M.O.
2004 “Na de hervorming In 1990 is het Kunstonderwijs echt onderwijs geworden. Maar het DKO heeft als enige geen niveaudecreet. Daarom moeten we het grondig hervormen” M.O.
2006 “Het belang van cultuureducatie in het departement onderwijs mag niet onderschat worden”
M.O.
2011 “Het is natuurlijk uitgesloten dat de overheid nóg meer eigen lokalen voor het DKO zou geven, maar ik geef hen een tip: waarom werken ze niet samen met het basisonderwijs?” M.O.