Zeg nee tegen azc Brunssum

Stop de opmars van EXTREEM RECHTS

/ #1275

2015-11-16 10:48

GeenStijl is niet anti-establishment

 

Pas onlangs zei iemand – een intellectueel – nog tegen me: “Haha, vind jij GeenStijl een journalistiek medium?” De neiging om GeenStijl te bagatelliseren, er met dédain over te spreken, is onverminderd groot bij intellectuelen. Totdat GeenStijl de schijnwerpers op hén zet, zoals de Erasmus Universiteit overkwam nadat geschiedenisdocent Zihni Özdil een fout grapje maakte over de inteeltkoppen van de bewoners van het Drentse dorp Oranje.

Het soort grap dat ze bij GeenStijl dagelijks maken, en duizend keer erger, over ongeletterde rifapen, dobbernegers, als konijnen fokkende moslims, Jodenstreken, over concentratiekampen en joden vergassen. 

Walgelijke racist

Maar als Zihni Özdil het doet, is hij een ‘walgelijke racist‘ die kapot moet. Dan gaat Marck Burema alias Pritt Stift zijn werkgever lastigvallen. Dan wordt Zihni bedreigd en vergeet zijn werkgever haar academische principes. 

Özdil is de eerste niet. Velen gingen hem voor. Ik heb precies hetzelfde meegemaakt, inclusief de tijdelijke vlucht naar het buitenland. Maar nu het vaste GeenStijl-procedé in NRC staat beschreven, met nog een paar voorbeelden van mensen die de mond gesnoerd werd door GeenStijl – Abdelkader Benali, antropoloog Martijn de Koning – lijken na jaren eindelijk de ogen open te gaan. Özdil kreeg veel steunbetuigingen op Twitter. Het geween en geknarsetand van GeenStijl-redacteuren en ex-GeenStijl-redacteuren is niet van de lucht.

Luis in de pels

Ik ben het niet eens met de strekking van het artikel in NRC, dat GeenStijlanti-establishment zou zijn. GeenStijl is geen luis in de pels. GeenStijl is de pels, heb ik tegen de schrijver gezegd, Andreas Kouwenhoven, met wie ik een dik uur heb gesproken. Het is niet anti-establishment om Marokkanen te discrimineren, maar main-stream politiek, al zal in de Tweede Kamer het woord ‘rifaap’ niet snel weerklinken. Nog niet. 

Overigens is dat scheldwoord niet gemunt door GeenStijl maar door hoofdredacteur Bert Brussen van The Post Online, waarvoor ook politici en wetenschappers schrijven. 

Kankeren op rechters is niet anti-establishment, maar een vast ritueel in de Tweede Kamer, wanneer daar het gesundenes Volksempfinden weer eens opspeelt na een vermeende lichte straf voor een wetsovertreder die veel media-aandacht heeft gehad. De politie steunen is niet anti-establishment en ik ga niet eens uitleggen waarom niet. Kom nou.

GeenStijl stelt geen hypocrisie aan de kaak, maar heeft van hypocrisie een kunst gemaakt. GeenStijl is de onbetwiste Kaiser van de onbeschaamde hypocrisie.

Eigen schuld

GeenStijl is de baas, een bullebak van een baas en het is een primeur dat een gevestigd medium dat zo opschrijft. De neiging onder main-stream journalisten was tot nog toe om GeenStijl ‘verfrissend’ te vinden, de bedreigingen af te doen als een ‘reaguurdersspel’. De slachtoffers van GeenStijl worden altijd veronachtzaamd of zelfs tot dader gemaakt. Het is toch gewoon je eigen schuld als GeenStijl je te grazen neemt. 

Merijn Oudenampsen vindt het NRC-artikel dan ook ‘om te huilen zo slecht‘. Zelf heeft hij het in De Groene Amsterdammer beter gedaan, vindt hij. Hij schreef een analyse waarin GeenStijl in de literaire traditie van Gerard van ’t Reve wordt geplaatst, met een ‘clowneske, ironische en hyperbolische vorm van engagement’. 

Bombastisch geleuter is het. Oudenampsen overintellectualiseert GeenStijl, en trouwens ook Van ’t Reve. Het engagement van GeenStijl is het engagement van de Telegraaf-lezer, die van achter zijn krant kankert op de zakkenvullers in Den Haag, de luie zwarten en de linkse profiteurs. Daar is niks ironisch aan, ook niet dubbelironisch, het is gewoon wat het is: reactionair gekanker. De politie is kut als ze de GeenStijl-lezer bekeurt wegens te hard rijden, en top als ze een inbreker neerschiet of een zwarte met een grote mond wurgt.

Ram voor m’n harses

Voor intellectuelen is dat verfrissend, want hun ouders waren ook intellectuelen, en alle mensen in hun omgeving zijn intellectuelen. Maar voor iemand als ik, opgegroeid in een arbeidersmilieu, is het stokoude koek. Voor mij als kind was dit dagelijkse kost en als ik mijn vader had geprezen voor zijn ‘clowneske, ironische en hyperbolische vorm van engagement’ na zijn gekanker op Molukkers die ze ‘op een rijtje moeten zetten’ of op ‘flikkers’, had-ie me een ram voor m’n harses gegeven als straf voor mijn grote bek. 

Maar toen was er geen internet, en geen Pim Fortuyn, dus de elite verkeerde in zalige onwetendheid over wat er gistte en broeide in de onderklasse.

Het zou de elite sieren als ze dat eens erkende, en niet doet alsof ze wéét wat GeenStijl behelst, en niet probeert GeenStijl in te lijven met mooie woorden en bombastisch intellectualisme. GeenStijl is het resultaat als het grauw teveel macht krijgt, de dictatuur van het koffiehuispraatje, om José Ortega y Gasset te parafraseren.

Dat moet je niet vertroetelen, daar moet gewoon keihard het waterkanon op.