Zeg nee tegen azc Brunssum

Stop de opmars van EXTREEM RECHTS

/ #1361 Het ware gezicht van Extreem Rechts

2015-11-16 14:27

Curieuze vorm en inhoud van 'politieke biografie'

Biograaf: 'Geert Wilders pathologische leugenaar'

Hoogleraar Meindert Fennema over Fitna-geschiedenis, schofferen van beveiliger Joustra, verzonnen vijandigheid binnen de VVD en vreemdgaan met objectieve journalistes.

Leugens.nl schreef een serie artikelen met de film Fitna (‘Fitnaatje’) als inzet. Geert Wilders betichtte het kabinet en met name Ernst Hirsch Ballin en de NCTb van leugens. Maar loog hij zelf?

Voor dit onderwerp lazen we het boek van Fennema op de eerste plaats, te meer daar Hirsch Ballin zich nu ook verzette tegen het ‘gedoogkabinet’ van Rutte-Verhagen-Wilders (alfabetische volgorde). Maar er zijn meer ‘leugens’ in de biografie aan de orde.

Fennema: “Uit de reconstructie valt af te leiden dat in de ruzie tussen Wilders en Hirsch Ballin het gelijk meer aan de kant van Hirsch Ballin ligt dan aan de kant van Wilders. Maar ook wordt duidelijk dat de NCTb veel zorgvuldiger is omgegaan met de vertrouwelijkheid die zij Wilders verschuldigd is, dan de ministers Hirsch Ballin en Ter Horst.

Het is onthutsend te zien hoe weinig de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken zich gelegen laten liggen aan het staatsrecht. De openbaarmaking van het NCTb-verslag door Hirsch Ballin, bedoeld om het ongelijk van Wilders aan te tonen, was bovendien van tevoren gepland. Kennelijk wogen de partijbelangen zwaarder dan het staatsbelang.”

Joustra schofferen

Op 13 april 2007 toog Wilders naar de Nationale Coí¶rdinator Terrorismebestijding, Tjibbe Joustra, om over de productie van Fitna te praten. De NCTb had een overzicht samengesteld van reacties in Arabischtalige en Iraanse media op recente uitspraken van Wilders over moslims en de Koran. Het boek letterlijk hierover

” ‘Die informatie is niet prettig,’ hield Joustra Wilders voor. Wilde hij het toch zien? ‘Ja,’ zei Wilders. 

De ambtenaar die de presentatie gaf, liet zich ontvallen dat Wilders zijn boodschap misschien ook anders zou kunnen verwoorden. Joustra corrigeerde zijn ondergeschikte onmiddelijk. 

Wilders leek er geen aanstoot aan te nemen. Na afloop sprak hij zijn waardering uit. Als er weer commotie zou zijn, wilde hij dat graag weten. 

Een paar dagen later herhaalde hij zijn loftuiting. In een lange e-mail refereerde hij aan de ‘voortreffelijke briefing’. Die was nuttig, schreef hij, omdat hij zich had voorgenomen verder te gaan op de ingeslagen weg. ‘Dit is niet het einde, zoals velen denken, maar nog maar het begin van mijn strijd tegen de islam.’ 

Maar op 26 april sloeg hij over hetzelfde bezoek een heel andere toon aan. In De Telegraaf en op het RTL Nieuws zei hij dat de NCTB had geprobeerd hem te intimideren. Joustra reageerde kort en zakelijk. Hij noemde de e-mail, maar de media kregen geen inzage in die e-mail. Joustra gaf verder geen commentaar en er werd niet gelekt.”

Pathologisch liegen

Deze letterlijke onbetrouwbaarheid van Wilders tegenover Joustra tekende de Volkskrant eerder ook op. Fennema trekt de conclusie zelf niet. Wel toont hij aan dat Wilders goed kan liegen. Hij zei daarover zelf in de Volkskrant: “Wilders kan bijvoorbeeld liegen alsof het gedrukt staat, vooral als hij onder spanning komt.

Voorbeeld: “In de periode dat hij de VVD verlaat, is hij zélf de belangrijkste bron voor het verhaal dat er in de fractie op hem gejaagd wordt. Ik noem dat pathologisch, maar het is niet ongebruikelijk bij politici.”

Wilders’ vreemdgaan met journalistes

Zo beschrijft hij ”˜affairettes’ die ‘supergeheim’ waren; vreemdgaan van (‘blonde engel’) Wilders met politici en journalistes. Dat doet hij zonder bronvermelding en dat kan. Fennema doet een beetje mee met de spanning die hij beschrijft van het etentje met daarna de rit naar een onbekende plek om daar los te kunnen gaan, terwijl Wilders vrouw Krisztina juist die beveiliging moeilijk kan dragen: “Het besef dat zij iets deden waarmee ze de gekwelde politicus een moment van bevrijdend plezier konden bezorgen, zorgde voor extra seksuele opwinding.”

“Niet alleen stagiaires, maar ook journalistes en zelfs vrouwelijke Kamerleden van andere fracties deden er een moord voor, al was het maar voor één nacht, de eenzaamheid van deze politiek gevangene te verlichten.”

Is het waar? Hoeveel journalistes verblijven in de omgeving van Wilders? Hoeveel ‘vrouwelijke Kamerleden van andere fracties’? Het lijstje is kort en de stukken die journalistes over Wilders schrijven ook.

Woordkeuze

Voor de meeste mensen is het moeilijk om nuchter over Wilders te spreken. Dat geldt ook voor Fennema. Hij zei daarover: “Wilders wilde niet meewerken, in zekere zin een blessing in disguise. Maar dat dwong mij wel mij in te leven in zijn overwegingen. Er zullen wel mensen zijn die dat onaanvaardbaar vinden voor een hoogleraar. Toch is het boek wetenschappelijk, in die zin dat ik probeer zo objectief mogelijk te zijn.”

Fennema’s woordkeuze is verre van waardevrij. Hij zegt zich te hebben ingeleefd in Wilders. Hij citeert niet Wilders of een ander maar schrijft zelf oordelen. Job Cohen verwijt hij ‘…grenzeloze naí¯viteit…’. Hij spreekt over de ‘gehate PvdA’. Moslimcriticasters zijn snel ‘beroemd’, ‘wereldberoemd’.

Ook gaat het over “Overheidssteun aan de staatsomroepen”. Over de strafklacht tegen Wilders: “Gekker kon het niet worden.” En waar het gaat over Westerse waarden en moslims staat er “aan diggelen geslagen” of “om zeep helpen”.